De Europese Commissie roept voor de tweede keer op tot het indienen van voorstellen voor grootschalige projecten in het kader van het Innovatiefonds

EU
Available languages: EN, FR

Op 26 oktober 2021 heeft de Europese Commissie voor de tweede keer een oproep gedaan tot het indienen van voorstellen voor grootschalige projecten, d.w.z. projecten met een kapitaalkost van meer dan 7,5 miljoen euro, in het kader van het Innovatiefonds met een budget van 1,5 miljard euro.

Afhankelijk van de koolstofprijzen en voor de periode 2020-2030 heeft het Innovatiefonds een beoogde opbrengst van meer dan 25 miljard euro uit de veiling van emissierechten (in het kader van de EU-regeling daaromtrent) alsook uit de niet-bestede middelen van de voorganger van het Innovatiefonds, het NER300-programma.

Het doel van het Innovatiefonds is bedrijven uit de EU-lidstaten, IJsland en Noorwegen te stimuleren om koolstofarme technologieën te ontwikkelen door het aanmoedigen van innovatieve projecten die de uitstoot aanzienlijk verminderen. Het wordt beheerd door het Europees Uitvoerend Agentschap voor klimaat, infrastructuur en milieu (CINEA).

In het licht van de Europese Green Deal en haar beoogde klimaatneutraliteit tegen 2050 en het bredere economische beleid van algemene industriële decarbonisatie, stimuleert de Europese Commissie hierbij verder projecten voor schone energie. Meer specifiek zal het Innovatiefonds subsidies verstrekken voor baanbrekende projecten op het gebied van (i) hernieuwbare energie, (ii) energieopslag en (iii) de afvang, het gebruik en de opslag van koolstof die aanzienlijk bijdragen tot deze doelstelling. Het staat ook open voor projecten uit energie-intensieve sectoren waarop het duidelijk een grote impact kan hebben.

Het Innovatiefonds zal tot 60% van de extra kapitaal- en operationele kosten van grootschalige projecten ondersteunen om het daarmee gepaard gaande risico beter te verdelen en zo meer pionierswerk te stimuleren. Voorschotten tot 40% van de subsidies kunnen worden verleend op basis van vooraf vastgestelde mijlpalen, zelfs voordat het hele project volledig operationeel is.

De belangrijkste criteria die de uiteindelijke rangschikking van de verschillende voorstellen zullen bepalen, zijn de volgende:

  1. Hun potentieel om de uitstoot van broeikasgassen tot een minimum te beperken,
  2. hun innovatiepotentieel,
  3. hun financiële en technische maturiteit,
  4. hun schaalbaarheid, en
  5. hun kostenefficiëntie.

Projecten die als te prematuur worden beschouwd om van een subsidie te genieten, zullen niet geheel worden uitgesloten wat Europese financiering betreft aangezien deze nog steeds kunnen rekenen op steun van de Europese Investeringsbank in het kader van projectontwikkelingsbijstand.

Hoewel er de komende jaren ook nog vraag naar voorstellen zal zijn, worden voorstellen voor deze oproep uiterlijk op 3 maart 2022 verwacht, aangezien de subsidietoekenningen nog steeds gepland zijn voor het einde van 2022. Intussen is een vereenvoudigde procedure opgezet om de wachttijd tussen de aanvraag en de daadwerkelijke toekenning van de subsidie te verkorten in vergelijking met de vorige oproep tot het indienen van voorstellen van 2020. Dit zal begunstigden van subsidies in staat stellen hun project snel van start te laten gaan dankzij de aan hen toegewezen financiële middelen.

Het formulier voor de aanvraag is beschikbaar op de volgende link: https://ec.europa.eu/info/funding-tenders/opportunities/docs/2021-2027/innovfund/temp-form/af/af_innovfund-lsc-2021_en.pdf.

Het is belangrijk om te verduidelijken dat deze subsidie niet als staatssteun wordt beschouwd, aangezien zij niet uit overheidsmiddelen van een lidstaat wordt gefinancierd. De resterende kosten van een project dat niet door het Innovatiefonds wordt gedekt, kunnen echter door de betrokken lidstaat met overheidssteun worden aangevuld waarbij een dergelijke overheidsmaatregel aan de staatssteunregels zal moeten worden getoetst. De steun kan eventueel verenigbaar worden verklaard op grond van de algemene groepsvrijstellingsverordening die momenteel in ontwerp wordt gewijzigd in dezelfde geest van stimulering van de overgang naar een groenere economie. Als de steun niet binnen het toepassingsgebied van de algemene groepsvrijstellingsverordening valt, zal de betrokken lidstaat de voorgenomen steun bij de Europese Commissie moeten aanmelden alvorens deze toe te kennen.

Aarzel niet om contact met ons op te nemen voor meer informatie over dit onderwerp.