Wijziging van statuut voor alle vastgoedbevaks die de vorm van de Gereglementeerde Vastgoedvennootschappen (GVV) nemen

Belgique
Available languages: EN, FR

Tussen 1 september en 13 januari 2015, is het geheel van de 16 Belgische vastgoedbevaks overgeschakeld naar het nieuwe regime van de Gereglementeerde Vastgoedvennootschappen (GVV) dat ingevoerd is door de wet van 12 mei 2014.

Waarom een nieuwe wetgevende kader voor deze vennootschappen ?
  • De eisen van de richtlijnen AIFM en EMIR op het gebied van risico- en liquiditeitmanagement zijn ongeschikt voor de activiteiten van de vastgoedbevaks gelijkgesteld aan de organismen van collectieve belegging;
  • Deze nieuwe wet heeft tot doel een juridisch kader te creëren dat geschikt is voor de activiteiten van “publieke” onroerende beleggingsvennootschappen zodat het gelijkaardig is met hetgeen dat van kracht is in andere Europese landen zoals bijvoorbeeld het SIIC in Frankrijk of de REIT in het Verenigd Koninkrijk en in Duitsland;
  • De Belgische wetgever heeft in de GVV wet de essentiële bepalingen van het vastgoedbevaks - KB overgenomen door een deel ervan aan te passen, om rekening te houden met de evolutie van de reglementering van de Europese financiële instellingen;
Welke zijn de “nieuwigheden” van het GVV regime t.a.v. het vastgoedbevaks regime?
  • De dochtervennootschappen van de GVV mogen onder bepaalde voorwaarden diensten van beheer van onroerende goederen verrichten aan derden. Volgens het FSMA vertaalt de GVV wet hier wat de vastgoedbevaks al in de praktijk deden;
  • De GVV moet niet meer enkel handelen in “het exclusief belang van de aandeelhouders” (vastgoedbevaks systeem). Vanaf nu is “het maatschappelijk belang” van de GVV dat bepalend is (aandeelhouder en belanghebbende);
  • De GVV hebben de verplichting om in hun interne structuur een compliance-afdeling, een interne audit afdeling en een risicobeheer-afdeling op te nemen.