Het wetsontwerp inzake overheidsopdrachten is aangenomen door de Kamer!

Belgique
Available languages: EN, FR

Het is officieel. Het wetsontwerp inzake overheidsopdrachten, zoals ingediend op 4 januari 2016, is op 12 mei 2016 door de Kamer van Volksvertregenwoordigers in de plenaire vergadering aangenomen.

Met de aanname van het wetsontwerp door de Kamer tracht de Belgische Staat tegemoet te komen aan haar verplichting om de nieuwe Europese richtlijnen inzake overheidsopdrachten 2014/24/EU en 2014/25/EU om te zetten.

Wat betreft de inhoud van het wetsontwerp, geven wij alvast de volgende wijzigingen mee:

  • De nieuwe terminologie van de gunningsprocedures (bijvoorbeeld, de huidige onderhandelingsprocedure met bekendmaking zal de mededingingsprocedure met onderhandeling worden in de klassieke sectoren en de aanbesteding “verdwijnt”);
  • Aanpassing van de facultatieve en verplichte uitsluitingsgronden;
  • Verruiming van de mogelijkheden om gebruik te maken van de (voormalige geheten) onderhandelingsprocedures met en zonder bekendmaking;
  • Verhoging van de drempel om een opdracht te sluiten op aanvaarde factuur (van 8.500 naar 30.000 €);
  • Introductie van een nieuwe gunningsprocedure: het innovatiepartnerschap.

Niet minder dan 87 amendementen werden ingediend in de Kamer, waarvan slechts enkelen uiteindelijk zijn aangenomen. Bijvoorbeeld:


  • Het oorspronkelijk ingediende wetsontwerp regelde enkel de varianten en niet de opties. Via amendement nr. 53 werden ook de opties in het wetsontwerp geïntegreerd, gelet op de verwantschap van beide begrippen.
  • Via amendement nr. 81 werd de mogelijkheid voor de Koning ingevoegd om de keten van onderaannemers te beperken, teneinde de naleving van het sociaal recht te kunnen verzekeren.
  • Tot slot, heeft de Koning via amendement nr. 84 de mogelijkheid gekregen om te bepalen voor welke opdrachten onder de Europese dremepels het Uniform Europees Aanbestedingsdocument kan worden gebruikt.

Eerstdaags zal het wetsontwerp door de Koning worden bekrachtigd en afgekondigd. Het tijdstip van inwerkingtreding wordt daarentegen overgelaten aan de Koning en zal afhangen van de totstandkoming van de koninklijke besluiten inzake plaatsing en uitvoering.