Interestaftrekbeperking: de impact van specifieke betalingsvoorwaarden als gevolg van COVID-19 op de “grandfathering” - clausule

Belgique
Available languages: EN, FR

Op 5 mei 2020 heeft de Algemene Administratie van de Fiscaliteit een addendum (circulaire 2020/C/62) bij de circulaire 2019/C/89 gevoegd met betrekking tot de “grandfathering” - clausule in het kader van de interestaftrekbeperkingsregels.

Dit addendum preciseert dat de toekenning van specifieke betalingsvoorwaarden als gevolg van de uitzonderlijke situatie die door COVID-19 is veroorzaakt, niet als een belangrijke of fundamentele wijziging wordt beschouwd voor toepassing van de “grandfathering” - clausule.

Ter herinnering

De netto financiële kosten (“financieringskostensurplus”) zijn niet fiscaal aftrekbaar door Belgische entiteiten (i.e. vennootschappen en inrichtingen) voor zover ze het hoogste van de volgende twee bedragen overschrijden:

  • EUR 3 miljoen ; of
  • 30 % van de "belastbare EBITDA".

De netto financiële kosten zijn het positieve verschil tussen de betaalde en de ontvangen interesten, met inbegrip van de economisch gelijkwaardige kosten en opbrengsten.

De leningen waarvoor de belastingplichtige heeft aangetoond dat de overeenkomst werd gesloten vóór 17 juni 2016 en waaraan sinds die datum geen fundamentele wijzigingen zijn aangebracht, worden gekarakteriseerd als "oude leningen" waarvan de interesten niet in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de netto financiële kosten (“grandfathering”).

Elke belangrijke of fundamentele wijziging die vanaf 17 juni 2016 wordt aangebracht op een lening die in aanmerking komt voor de "grandfathering" - clausule, zal er in principe toe leiden dat de betrokken lening haar kwalificatie van oude lening verliest.

Voorwaarden voor de toepassing van de uitzondering

De uitzonderlijke situatie die door COVID-19 wordt veroorzaakt en de maatregelen die de federale regering in dit verband heeft genomen, zullen onvermijdelijk negatieve gevolgen hebben voor de liquiditeit en de solvabiliteit van bepaalde bedrijven. In dit licht kunnen voor bepaalde leningen specifieke betalingsvoorwaarden worden toegekend.

Deze specifieke betalingsvoorwaarden voor leningen die vóór 17 juni 2016 werden afgesloten, mogen niet als fundamentele wijzigingen worden beschouwd wanneer :

  • de belastingplichtige kan aantonen dat de betalingsproblemen een gevolg zijn van de COVID-19 crisis; en
  • de betalingsmodaliteiten blijken uit een goedgekeurde aanvraag bij een financiële instelling of opgenomen zijn in een aanvullende overeenkomst.

Met andere woorden blijven deze leningen onder het toepassingsgebied vallen van de desbetreffende "grandfathering" - clausule en worden interesten uit deze leningen bijgevolg niet in aanmerking genomen voor de vaststelling van de netto financiële kosten.

We houden u op de hoogte voor toekomstige ontwikkelingen. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met Olivier Querinjean en Arnout Vaninbroukx.