Minimuminhoud van “geschiktheidsverklaringen” voor niet-professionele cliënten

Belgique
Available languages: EN, FR

Op 26 januari, heeft de FSMA een mededeling gepubliceerd over de “geschiktheidsverklaring”. Deze mededeling is van belang voor gereglementeerde ondernemingen die beleggingsadvies verstrekken aan niet-professionele cliënten, alsook voor ondernemingen die portefeuilles van niet-professionele cliënten beheren.

Met haar mededeling beoogt de FSMA de inhoud van de geschiktheidsverklaringen te harmoniseren. Daartoe somt de toezichthouder de minimuminhoud van deze verklaringen op en geeft ze voorbeelden van hoe deze moeten worden opgesteld.

Geschiktheidsverklaringen hebben betrekking op twee verschillende aspecten. Enerzijds moeten zij de gepersonaliseerde aanbevelingen bevatten die door de gereglementeerde ondernemingen zijn gedaan, en anderzijds moeten zij aangeven hoe de aanbevelingen zijn gepersonaliseerd (d.w.z. zij moeten vermelden waarom de betrokken gereglementeerde onderneming van mening was dat de gedane aanbeveling(en) in overeenstemming was met de persoonlijke kenmerken van de betrokken niet-professionele cliënt). De kenmerken van niet-professionele cliënten waarmee rekening moet worden gehouden, omvatten met name: hun kennis en ervaring op beleggingsgebied (d.w.z. hun kennis van de kenmerken van financiële instrumenten, hun vermogen om de aan bepaalde financiële instrumenten verbonden risico's in te schatten), hun financiële situatie (d.w.z. de hoogte van hun reserves, hun vermogen om bijvoorbeeld maandelijks te sparen), hun beleggingsdoelstelling (korte/middellange/lange termijn), hun risicotolerantie (d.w.z. hun vermogen om eventuele verliezen te dragen, hun bereidheid om hun portefeuille te diversifiëren, de mate waarin zij willen dat het door hen belegde kapitaal wordt beschermd), hun eventuele voorkeuren (bv. duurzame beleggingen, ESG-criteria). Uit het bovenstaande volgt dat geschiktheidsverklaringen niet kunnen bestaan uit een louter algemene verklaring dat de aanbevelingen in overeenstemming zijn met de persoonlijke kenmerken van de niet-professionele cliënten, zonder een enigszins casuïstische/gepersonaliseerde analyse.

Een casuïstische analyse sluit niet noodzakelijk een zekere standaardisering uit van de motivering van de aanbevelingen, mits de profielen van de betrokken retailbeleggers gelijkenissen vertonen. Voorts kunnen gereglementeerde ondernemingen hun motiveringen ook baseren op hun interne procedures voor de goedkeuring van financiële instrumenten en de bepaling van de doelmarkt, alsook op hun beleggingsbeleid, voor zover deze procedures en/of dit beleid in overeenstemming zijn met het profiel van de betrokken niet-professionele cliënt.

De FSMA verwacht niet alleen een motivering te lezen in het geval van beleggingsadviezen, maar ook wanneer een gereglementeerde onderneming een niet-professionele cliënt adviseert om af te zien van een belegging. In dit laatste geval moet het "negatieve" advies van de gereglementeerde onderneming aangeven hoe de door de niet-professionele cliënt beoogde transactie ongeschikt is in het licht van zijn persoonlijke kenmerken, alsook welke risico's verbonden zijn aan de uitvoering van de door de cliënt gevraagde transactie ingeval deze het negatieve advies van de gereglementeerde onderneming naast zich neer zou leggen.

Wat betreft de minimuminhoud die de FSMA verwacht aan te treffen in de geschiktheidsverklaringen, kan deze als volgt worden samengevat:

  • identificatie van de gereglementeerde onderneming (naam) alsook van de persoon die het advies in naam van de onderneming heeft verstrekt (of de robotisering van het advies);
  • identificatie van de niet-professionele cliënt (naam/nummer);
  • wijze van communicatie van het advies (bv. in een agentschap);
  • identificatie van de initiatiefnemer van het advies;
  • geldigheidsduur van het advies;
  • datum en tijdstip waarop het advies is uitgebracht en datum en tijdstip van de afgifte van de geschiktheidsverklaring indien deze niet gelijktijdig met de afgifte van het advies is gegeven;
  • bijzonderheden over de inhoud van het advies (zie de mededeling voor meer details);
  • motivering van de geschiktheid van het advies in het licht van de persoonlijke kenmerken van de niet-professionele cliënt (zie de mededeling voor meer details);
  • positie van de niet-professionele cliënt ten opzichte van de doelmarkt: negatief of positief;
  • in geval van overstap, nadere gegevens over de kosten-batenanalyse;
  • of het waarschijnlijk is dat de adequaatheid van het advies periodiek opnieuw moet worden beoordeeld;
  • of de financiële situatie van de niet-professionele cliënt onvolledig is;
  • of het advies al dan niet onafhankelijk is; en
  • of de geschiktheidsverklaring al dan niet wordt verstrekt als onderdeel van een periodieke geschiktheidsbeoordeling.

De ondernemingen waarop deze mededeling betrekking heeft, zullen ervoor moeten zorgen dat zij deze mededeling naleven, aangezien de FSMA heeft aangegeven dat zij de naleving van de verplichting om een geschiktheidsverklaring te verstrekken in het licht van haar mededeling zal controleren.