Nieuwe regelgeving omtrent pre-marketing van fondsen in België

Belgique
Available languages: EN, FR

Beheerders van alternatieve instellingen voor collectieve belegging (“AICB’s”) die wensen na te gaan in hoeverre beleggers openstaan voor een bepaald beleggingsidee of -strategie, werden tot voor kort geconfronteerd met een uiteenlopende aanpak van pre-marketing in de verschillende nationale rechtsstelsels binnen de Europese Unie.

De Europese wetgever beoogde hieraan tegemoet te komen met de introductie van Richtlijn 2019/1160[1] en Verordening 2019/1156[2] (zoals omgezet naar Belgisch recht[3]) die op 2 augustus 2021 in werking traden. Op Europees niveau wordt voorzien in een eengemaakte definitie van “pre-marketing” en worden de voorwaarden uiteengezet krachtens dewelke pre-marketing mogelijk is. Daardoor wordt het voortaan mogelijk voor beheerders om “de markt te testen” zonder daarvoor de formaliteiten te moeten vervullen en de verplichtingen na te leven die in de voorbereidende fase normaliter vereist zijn.

Definitie van pre-marketing

Pre-marketing wordt gedefinieerd als:

  • de directe of indirecte verstrekking van informatie of van een mededeling over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën;
  • door een beheerder uit de Europese Unie, of in zijn naam;
  • aan potentiële professionele beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Europese Unie hebben;
  • met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een AICB die of compartiment dat nog niet is opgericht, ofwel reeds is opgericht maar waarvoor de kennisgeving van verhandeling nog niet is ingediend overeenkomstig de AIFM-Richtlijn[4] in de lidstaat waar de potentiële beleggers hun woonplaats of statutaire zetel hebben; en
  • die in geen geval neerkomt op een aanbod aan of plaatsing bij potentiële beleggers om te beleggen in de rechten van deelneming in die AICB of dat compartiment.

Voorwaarden voor pre-marketing

Een beheerder mag tot pre-marketing van rechten van deelneming in AICB's overgaan, maar de verstrekte informatie mag niet:

  1. beleggers voldoende in staat stellen om rechten van deelneming te verwerven; of
  2. neerkomen op inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten (in ontwerp of definitieve vorm); of
  3. neerkomen op oprichtingsdocumenten, een prospectus of aanbiedingsdocument van een nog niet opgerichte AICB in definitieve vorm.

Bovendien, wanneer een ontwerp van een prospectus of aanbiedingsdocument wordt verstrekt, mag dit niet voldoende informatie bevatten om beleggers in staat te stellen een beleggingsbeslissing te nemen, en moet hierin duidelijk worden vermeld dat (i) het document geen aanbod of uitnodiging vormt om in te schrijven op rechten van deelneming in een AICB, en (ii) niet mag worden afgegaan op de daarin opgenomen informatie, omdat deze onvolledig is en kan wijzigen.

Daarnaast moeten de beheerders ervoor zorgen dat beleggers geen rechten van deelneming in een AICB verwerven via pre-marketing, en dat de beleggers die in het kader van pre-marketing zijn benaderd, alleen rechten van deelneming in die AICB kunnen verwerven via een verhandeling die is toegestaan krachtens de AIFM-Richtlijn.

Indien er echter binnen 18 maanden na de aanvang van pre-marketing wordt ingeschreven op rechten van deelneming in een AICB waarvan sprake is in de in het kader van de pre-marketing verstrekte informatie, of in een AICB die ten gevolge van de pre-marketing is opgericht, wordt deze inschrijving als resultaat van de verhandeling beschouwd, die bijgevolg onderworpen is aan de toepasselijke kennisgevingsprocedures (zoals uiteengezet in de AIFM-Richtlijn).

Notificatie aan de toezichthouder

Uiterlijk twee weken na aanvang dient de beheerder de FSMA in kennis te stellen van de premarketing, waarop de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin aan pre-marketing wordt of werd gedaan, hiervan op de hoogte brengt.

Ons Banking & Finance-team staat tot uw beschikking om u in dit kader bij te staan.


[1] Richtlijn (EU) 2019/1160 van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging.

[2] Verordening (EU) 2019/1156 van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging. Deze verordening zal in deze nieuwsbrief niet worden besproken, maar wordt volledigheidshalve vermeld.

[3] Wet van 4 juli 2021 tot omzetting van Europese richtlijnen en tenuitvoerlegging van Europese verordeningen over financiële aangelegenheden (I).

[4] Richtlijn 2011/61/EU van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (“AIFM-Richtlijn”).